De moeder van Zuid
De reuzin van Rotterdam. Koningin van de Kop. Baas van de Maas. Er is waarschijnlijk niemand die zoveel eervolle bijnamen aan Rotterdam ontleent als ‘stedendokter’ Riek Bakker. Opvallend voor iemand die in de hoofdstad is geboren. ‘Maar dat was toeval. Ik voel me na al die jaren enorm verwant met Rotterdam. Er is hier zoveel gelukt.’ 73 is ze inmiddels. En al is ze officieel afgezwaaid als ‘waakhond’. Ze heeft nog altijd diezelfde geestdrift en energie waarmee ze destijds bergen weerstand overwon om ‘haar’ Kop van Zuid tot leven te wekken.
‘Ben je helemaal gek geworden?’ ‘Ben jij wel goed bij je hoofd?’ Riek Bakker tikt met haar vinger tegen haar voorhoofd. ‘Een brug over de Maas? Daar hoefde ik bij de havenbaronnen toen echt niet mee aan te komen.’ Bij niemand eigenlijk. Wat nu zo vanzelfsprekend is, was destijds ondenkbaar. ‘Noord en zuid wilden niets met elkaar te maken hebben. Ik moest heel veel zieltjes winnen. Heb met de maquette onder mijn arm heel wat zaaltjes bezocht. Maar ik was er heilig van overtuigd. Als we zuid wilden emanciperen, moest die brug er komen.’
Eureka
Haar Eureka-moment beleeft ze op de andere oever. Riek Bakker staart over de Maas naar de Wilhelminapier. Daar in dat vervallen havengebied op de Wilhelminapier waar krakers de baas zijn in het oude pand van de Holland Amerika Lijn. Daar ligt de sleutel. Als kersverse directeur Stadsontwikkeling bij de gemeente winnen de ideeën van de landschapsarchitecte en stedenbouwkundige langzaam momentum. Burgemeester Peper is één van de eersten die haar visie omarmt. ‘Al adviseerde hij me regelmatig op te draven om mijn excuses aan te bieden als ik me weer eens ergens had laten gelden’, lacht Bakker. ‘Maar alles voor de goede zaak. Ik was niet langer roepende in de woestijn.’ Achteraf verwijt Bakker niemand blindheid. ‘Logisch dat Rotterdam de eerste decennia na de oorlog zich op stadsvernieuwing focuste. Je wilt geen verkrotting van wijken. Maar nu was het tijd voor een transitie. Van stadsvernieuwing naar stedelijke vernieuwing: de (economische) ontwikkeling van de stad.’
Zwaan
Calimero kruipt uit zijn schulp. Lelijk of niet, het eendje wordt en krijgt een mooie zwaan. Wat zijn ze in Rotterdam nu toch van plan? Hoewel ze in Den Haag eerst verbaasd gniffelen, draagt ook het rijk bij aan de Erasmusbrug. Riek krijgt haar brug. En haar Kop. Hoe belangrijk is Hotel New York in die transitie geweest? ‘Heel belangrijk. Heel belangrijk’, herhaalt Bakker. ‘Dat er ondernemers waren die bereid waren om als allereersten hun nek uit te steken, terwijl alle voorzieningen en infrastructuur nog ontbraken, was voor mij de ultieme bevestiging dat we op het goede spoor zaten. Als je in dat stadium onder die condities een hotel begint, betekent dat er meer waren die de economische potentie van de pier zagen.’ Een kwart eeuw later kan ze er nog steeds van genieten. ‘Of De Kop van Zuid, mijn levenswerk is? Ik heb meer mooie dingen gedaan. Maar dit was toch wel heel bijzonder.’
Vakantie in New York
Ze mag dan aan de zijlijn staan. Tegenwoordig heeft ze wel een pied-à-terre op de pier. Ooit ‘woonde’ ze een paar weken in Hotel New York. ‘We waren tijdens een verbouwing van ons huis op een vakantieadres waaraan werkelijk alles mankeerde.’ De redding: de dakterraskamer van Hotel New York: ‘Een heerlijke kamer. En die bedden he! Die bedden hier zijn echt fantastisch! Het fraaist vind ik de oude directievertrekken. Ik heb er ook geregeld vergaderd. NY Basement? Hartstikke logisch toch?! Het hotel is de afgelopen 25 jaar op een organische manier doorontwikkeld. Een pluim voor alle ondernemers die daaraan hebben bijgedragen.’
Tekst: André den Boer