Ondernemen met opgestroopte mouwen…
De gastvrije glimlach. De vrolijk langssnellende serveerster. De focus van de chef en het keukenteam. In ons hotel voel je die zinderende Rotterdamse energie. Van hard werken met plezier. Matcht het daarom zo goed? Want hun wieg mocht dan niet aan de Maas staan; de gedrevenheid van Harry en Jennifer Westers rijmt moeiteloos met de stad, ons hotel en de beleving van onze gasten. Een ervaren hotelfamilie met een eigen visie, cultuur en DNA, maar ook met een hart voor de ziel van ons hotel en het roemruchte verleden. Hotel New York is bij het eveneens jubilerende WestCord in goede handen: ‘Wij voelens ons verantwoordelijk voor dit culturele erfgoed.’
Ogen die razendsnel door het restaurant flitsen. Harry en Jennifer Westers zien in twee tellen of een zaak ‘marcheert’. En volgens goed Rotterdams gebruik schuwen ze niet om zelf ook de handen uit de mouwen te steken. Even die ene stoel nog net iets rechter zetten. Een papiertje oprapen. Het zijn de details en het perfectionisme die de ware hotellier kenmerken en voortvloeien uit een ongekende drive en een halve eeuw ervaring in ‘het allermooiste vak dat er bestaat.’
Jongste hotellier ooit…
Canada. Australië. Verschillende familieleden verhuisden in de vroege jaren vijftig naar verre oorden. ‘Wij ‘emigreerden’ van Oost-Groningen naar Vlieland’, lacht Harry Westers. Met een eigen bakkerij en een baan ernaast werkt vader Emo zich een slag in de rondte. Met succes. Als de laatste van zijn vier telgen 18 is, koopt pa Hotel de Wadden voor hem. Als jongste hotellier ooit blijkt Harry Westers het ondernemersbloed van zijn vader te hebben. Met zijn vrouw Jennifer bouwt hij WestCord door de jaren uit tot een groep van 16 hotels op de eilanden, in Rotterdam, Amsterdam, Delft, het noorden en oosten van het land. ‘Maar de hoeveelheid hotels is nooit een ambitie’, verzekeren de ondernemers. ‘Het gaat niet om kwantiteit, maar om kwaliteit. We zijn hoteliers. Geen hotelverzamelaars. Blije gasten en blije medewerkers. Daar doen we het voor. Gastvrijheid met een persoonlijke touch.’
Huiskamer
Het huwelijk van Hotel New York en WestCord begint in 2006. Ze horen het de ‘kapitein’ van de watertaxi nog vragen: ‘Bent u al eens in Hotel New York geweest? Daar moet u echt heen hoor! Rotterdammers hebben ‘talent’ om trots op hun stad te zijn.’ Niet zelden valt ook de naam van Hotel New York. Wat is de magie? Wat gebeurt er als je binnenstapt? ‘Een kakafonie’, ervaren de hotelliers. ‘Die geluiden onder die hoge plafonds. De meeste hotelrestaurants hebben een identiteitsprobleem. Het knappe van Hotel New York is dat het restaurant juist een begrip is. De huiskamer van Rotterdam. Een buts in de muur is in onze andere hotels ondenkbaar. Maar bij Hotel New York past een beetje sleets. In het restaurant dan. Want de hotelkamers moeten piekfijn in orde zijn. Daar investeren we veel in.’
Van iedereen…
Wat ook piekfijn in orde is, is NY Basement. ‘Wat zonde van die ruimte’, denkt Harry Westers als hij door de kantoren en opslagruimten in het souterrain van ons hotel struint. Zijn ondernemersbloed kriebelt. Het verbluffende eindresultaat: NY Basement. Een restaurant en cocktailbar in de stijlvolle sferen van het vooroorlogse Manhattan. ‘Onze architect kreeg één opdracht mee: ‘Het moet eruit zien, alsof het er altijd al was.’ Groot was dan ook de hilariteit bij de allereerste vraag van de allereerste gast: ‘Zat dit hier altijd al?’ Ondernemen met respect voor de locatie, luidt het devies van Harry en Jennifer Westers: ‘Wij voelen ons verantwoordelijk voor dit culturele erfgoed. Uiteindelijk zijn we allemaal voorbijgangers. Van ons en onze collega’s. Van Rotterdam en al onze gasten. Hotel New York is van iedereen.’
Tekst: André den Boer
Foto: Bastiaan van Musscher